Communicatie-0/Eerste communicatiemodel

Uit Inf2019
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Inleiding communicatie & netwerken
  1. Inleiding communicatie
  2. Eerste communicatiemodel
  3. Communicatie in lagen
  4. Snelheid van communicatie
  5. Betrouwbare communicatie
  6. Schaling en schaalbaarheid
  7. Lokale communicatie
  8. Netwerken
  9. Internet
  10. Internet-toepassingen
Netwerken

Zie ook Regels en richtlijnen
Zie ook Artikelen bewerken

Een eerste communicatiemodel

Onder communicatie verstaan we het overbrengen van informatie tussen twee of meer agents. Een agent kan bijvoorbeeld een mens zijn, een dier, een computer, of een andere apparaat. De afstand die de communicatie moet overbruggen bepaalt vaak de communicatiemogelijkheden.

We beginnen met de communicatie tussen 2 agents, Alice en Bob, in één richting. Alice wil een bericht (met een bepaalde betekenis) overbrengen naar Bob.

Alice-Bob-0

Voor het overbrengen van dit bericht moet Alice dit bericht beschrijven in een vorm die (i) getransporteerd kan worden naar Bob; en die (ii) Bob kan begrijpen (interpreteren). Helaas kan Alice een bericht niet rechtstreeks naar Bob overbrengen, via telepathie.

Alice-Bob-1

We kijken eerst naar het transport. De interpretatie door Bob bespreken we later. Bij dit transport speelt de betekenis van de vorm geen rol: het transport moet er voor zorgen dat de vorm ongeschonden bij Bob aankomt. We spreken daarom van datatransport.

Voorbeelden. We geven hier naast de vorm en de manier van transport, ook de afstand die je ermee kunt overbruggen, en de tijd die nodig is voor het transport. Deze laatste twee bepalen vaak het soort communicatie dat je kiest.

Vorm Transport Afstand Tijd
tekening op papier propje door het lokaal 5 m 1 s
gesproken bericht door de lucht in het lokaal 1-10 m 0.1 s
gesproken bericht via telefoon 50.000 km 0.1-1 s
tekstbericht via WhatsApp 50.000 km 2 - 120 s
tekstbericht via e-mail 50.000 km 0.1 - 10 h



Verwerking

Opdracht 1: welke communicatie gebruik jij?

Geef voorbeelden van communicatie die jij gebruikt. Beperkt je hierbij niet alleen tot communciatie via computers of smart phones. Geef alleen het 1->1 deel van de communicatie van Alice naar Bob, dus niet een eventuele reactie van Bob.

Vorm Transport Afstand Tijd
 
 

Geef van de bovenstaande vormen aan wanneer je deze kiest, en waarom.

Opdracht 2: hoe communiceerde men vroeger?

Welke mogelijkheden voor communicatie gebruikten je ouders (docenten) 20 jaar geleden? Welke mogelijkheden waren er 40 jaar geleden? 100 jaar geleden? 1000 jaar geleden? Geef deze voorbeelden weer in een vorm/transport/afstand/tijd-tabel.

Opdracht 3: belangrijke stappen in de ontwikkeling van de communicatie

  • Welke uitvindingen hebben de communicatiemogelijkheden ingrijpend veranderd? Kun je deze veranderingen aangeven in een tabel zoals hierboven gebruikt is? Heeft deze uitvinding nog andere belangrijke kenmerken?
  • Geef van één van deze uitvindingen aan welke maatschappelijke gevolgen deze gehad heeft.

Toetsvragen

P.M.