DOT programmeren/werkwijze

Uit Inf20
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
DOT programmeren
  1. Problemen
  2. Beschikbaar materiaal
  3. Hulpmiddelen
  4. Keuzes en prioriteiten

Manier van werken

Zie ook Regels en richtlijnen
Zie ook Artikelen bewerken

Wat is een DOT? Waarom een DOT?

Bij de traditionele manier van (na)scholing staat de overdracht van kennis centraal. Dit gebeurt vaak door middel van presentaties, met in het beste geval enkele oefeningen. De uitwerking hiervan in de dagelijkse praktijk wordt aan de deelnemers overgelaten. Het blijkt dat deze laatste stap zo lastig is, dat deze er vaak bij inschiet, of maar heel beperkt gebeurt.

Het idee van een DOT is om deze praktijk veel centraler te stellen:

  • docenten werken samen, onder deskundige begeleiding, aan de ontwikkeling van lesmateriaal voor eigen gebruik;

In de DOT programmeren willen we nog een stap verder gaan:

DOT programmeren

continu verbeteren

We willen bij deze DOT een stapje verder gaan dan een normale DOT: het gebruik van het materiaal met leerlingen is het eindstadium van een stap, en de voorbereiding op de volgende stap. Aan de hand van het gebruik in de praktijk leren we wat werkt en wat niet werkt. Dit is het uitgangspunt voor een verbeterstap - waarna we het materiaal met andere leerlingen gebruiken.


e-learning

We beschouwen e-learning als een belangrijk hulpmiddel bij het leren programmeren. Omdat je bij het programmeren toch meestal een computer gebruikt, ligt het voor de hand om deze breder in te zetten dan alleen voor het uitvoeren van de programma's van de leerlingen.

Door het gebruik van e-learning hopen we het volgende te bereiken:

  • leerlingen kunnen in hun eigen tempo werken.
  • leerlingen kunnen op elk moment passende opdrachten krijgen
    • passend wat niveau betreft
    • passend wat interesse en profiel betreft ("de verschillen tussen de leerlingen zijn erg groot")
  • leerlingen krijgen direct feedback over hun uitwerkingen
  • leerlingen kunnen direct feedback geven op het materiaal
  • docenten krijgen inzicht in de vorderingen van de leerlingen
  • docenten krijgen feedback over hun onderwijs
  • materiaal-ontwikkelaars krijgen feedback over hun materiaal.

expertise, deliberate practice