Informatieprocessen: verschil tussen versies
Regel 1: | Regel 1: | ||
== Inleiding - informatieprocessen == | |||
Een proces is iets dat zich in de tijd afspeelt. | |||
In de Informatica hebben we te maken met statische elementen, bijvoorbeeld programma's, gegevens, machines. En we hebben te maken met processen - dynamische elementen. | |||
Een proces wordt uitgevoerd door een actor (machine), volgens een script (programma). Bij een proces kan invoer verwerkt worden. Daarnaast levert een proces altijd een resultaat. | |||
In de ICT wordt een proces uitgevoerd door een fysieke machine; voor het uitvoeren van een proces zijn dan resources nodig, zoals "ruimte", tijd, en energie. | |||
Een proces kan een puur informatieproces zijn: externe fysische processen spelen dan geen rol. | |||
Een proces kan ook gekoppeld zijn aan een extern fysisch proces. Vanuit het informatieproces kunnen we een fysisch proces waarnemen en eventueel besturen. | |||
== Elementaire informatieprocessen == | == Elementaire informatieprocessen == | ||
Regel 10: | Regel 26: | ||
* interpreteren | * interpreteren | ||
* rekenen | * rekenen | ||
* besturen van fysisch proces | * besturen (van fysisch proces; van informatieproces) | ||
* invoer (verwerven van informatie) | * invoer (verwerven van informatie) | ||
* uitvoer | |||
Deze processen kom je in alle lagen tegen. | Deze processen kom je in alle lagen tegen. | ||
* dupliceren: van gekoppelde draden tot het kopiëren van bestanden | |||
* opslaan en terughalen: van flipflop tot database | |||
* transporteren: van draad tot internet | |||
* rekenen: van en-poort tot mainframe | |||
Een proces in een hogere laag maakt vaak gebruik van vrijwel alle andere elementaire processen in lagere lagen. | |||
Opbouw van een computer: | |||
* rekeneenheid: ALU | |||
* besturing: program counter, instructiedecodering | |||
* bewaren en terughalen: registers, geheugen | |||
* transporteren: draden | |||
* in- en uitvoer | |||
Het proces van dupliceren gebeurt vaak impliciet, bijvoorbeeld bij het uitlezen van een geheugen. (Vroegere geheugens waren soms destructief: na het uitlezen moest je de inhoud weer herstellen.) | |||
== Complexe processen, hoog niveau == | |||
* leren | |||
* | |||
[[Category: Concepten]] | [[Category: Concepten]] |
Versie van 11 nov 2014 09:00
Inleiding - informatieprocessen
Een proces is iets dat zich in de tijd afspeelt.
In de Informatica hebben we te maken met statische elementen, bijvoorbeeld programma's, gegevens, machines. En we hebben te maken met processen - dynamische elementen.
Een proces wordt uitgevoerd door een actor (machine), volgens een script (programma). Bij een proces kan invoer verwerkt worden. Daarnaast levert een proces altijd een resultaat.
In de ICT wordt een proces uitgevoerd door een fysieke machine; voor het uitvoeren van een proces zijn dan resources nodig, zoals "ruimte", tijd, en energie.
Een proces kan een puur informatieproces zijn: externe fysische processen spelen dan geen rol.
Een proces kan ook gekoppeld zijn aan een extern fysisch proces. Vanuit het informatieproces kunnen we een fysisch proces waarnemen en eventueel besturen.
Elementaire informatieprocessen
- dupliceren
- bewaren (opslaan) en terughalen
- transporteren
- interactie
- transformeren (bijv. coderen en decoderen)
- representeren
- interpreteren
- rekenen
- besturen (van fysisch proces; van informatieproces)
- invoer (verwerven van informatie)
- uitvoer
Deze processen kom je in alle lagen tegen.
- dupliceren: van gekoppelde draden tot het kopiëren van bestanden
- opslaan en terughalen: van flipflop tot database
- transporteren: van draad tot internet
- rekenen: van en-poort tot mainframe
Een proces in een hogere laag maakt vaak gebruik van vrijwel alle andere elementaire processen in lagere lagen.
Opbouw van een computer:
- rekeneenheid: ALU
- besturing: program counter, instructiedecodering
- bewaren en terughalen: registers, geheugen
- transporteren: draden
- in- en uitvoer
Het proces van dupliceren gebeurt vaak impliciet, bijvoorbeeld bij het uitlezen van een geheugen. (Vroegere geheugens waren soms destructief: na het uitlezen moest je de inhoud weer herstellen.)
Complexe processen, hoog niveau
- leren