DOT programmeren/problemen: verschil tussen versies

Uit Inf20
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 15: Regel 15:
* misconcepties: als je een concept verkeerd begrijpt, kan dit de toepassing en de volgende stappen in het leerproces blokkeren;
* misconcepties: als je een concept verkeerd begrijpt, kan dit de toepassing en de volgende stappen in het leerproces blokkeren;
* volgorde: voor het begrijpen van een bepaald concept heb je andere concepten nodig; deze moet je dan wel eerst (goed) beheersen;
* volgorde: voor het begrijpen van een bepaald concept heb je andere concepten nodig; deze moet je dan wel eerst (goed) beheersen;
== Dosering en volgorde ==
* hoe snel kan een leerling nieuwe onderwerpen verwerken? Welke dosering werkt goed?


== Andersoortige problemen ==
== Andersoortige problemen ==

Versie van 15 okt 2015 09:33

DOT programmeren
  1. Problemen
  2. Beschikbaar materiaal
  3. Hulpmiddelen
  4. Keuzes en prioriteiten

Manier van werken

Zie ook Regels en richtlijnen
Zie ook Artikelen bewerken

Problemen bij het leren en onderwijzen van programmeren

In het programmeer-onderwijs moet je rekening houden met de verschillende problemen die leerlingen kunnen hebben. Dit zijn problemen van allerlei soorten:

"Karakter"-problemen

  • programmeren vereist doorzettingsvermogen: het lukt niet altijd de eerste keer, sommige concepten en opdrachten zijn gewoon lastig;
  • als je programmeert maak je fouten: daar moet je mee leren omgaan;

Conceptuele problemen

  • sommige concepten zijn lastig te begrijpen;
  • misconcepties: als je een concept verkeerd begrijpt, kan dit de toepassing en de volgende stappen in het leerproces blokkeren;
  • volgorde: voor het begrijpen van een bepaald concept heb je andere concepten nodig; deze moet je dan wel eerst (goed) beheersen;

Dosering en volgorde

  • hoe snel kan een leerling nieuwe onderwerpen verwerken? Welke dosering werkt goed?

Andersoortige problemen

Grote verschillen tussen leerlingen

Bij het vak Informatica, en in het bijzonder bij het programmeren, zijn de verschillen tussen de leerlingen erg groot. Sommige leerlingen zijn hiermee bezig vanaf hun 6e of 7e, en besteden een belangrijk deel van hun vrije tijd hieraan. Voor andere leerlingen is het helemaal nieuw. Als docent moet je leren omgaan met deze grote verschillen. En je moet accepteren dat een leerling soms (veel) verder is dan jezelf.

Net als bij muziek en sport zijn er leerlingen die op de leeftijd van 14 of 15 jaar een volwassen niveau bereikt hebben. Zij zijn voor sommige onderdelen op het niveau van enkele jaren vervolgopleiding, en hierin zijn ze soms beter dan hun docent. Bij muziek en sport is dat een bekend gegeven, en docenten (en leerlingen) kunnen hiermee omgaan.