Concepten/Vergelijking met K12-framework

Indeling van het framework:

1. Asking questions (for science) and defining problems (for engineering)
2. Developing and using models
3. Planning and carrying out investigations
4. Analyzing and interpreting data
5. Using mathematics and computational thinking
6. Constructing explanations (for science) and designing solutions (for engineering)
7. Engaging in argument from evidence
8. Obtaining, evaluating, and communicating information

Asking questions, defining problems

De tegenhanger voor fundamentele vragen in de natuurwetenschappen is voor mij eerder de droom, dan het probleem.

• De natuurkundige vraagt: hoe komen we hier op aarde?
• De ingenieur vraagt: hoe komen we op de maan?

De volgende stap voor de ingenieur zou je kunnen beschouwen als het beschrijven van een probleem - maar het duurt even voordat je dat goed geformuleerd hebt.

Developing and using models

In de natuurwetenschappen gebruik je modellen als onderdeel van het maken van een theoretisch bouwwerk.

In de andere ingenieurswetenschappen worden modellen gebruikt bij het ontwerpen van het product, bijvoorbeeld om de eigenschappen ervan te voorspellen. De modellen die je hiervoor gebruikt zijn geen onderdeel van het product zelf, maar een gedeeltelijke beschrijving van het product en van de omgeving waarin het gebruikt wordt.

In de Informatica/ICT vormen modellen een essentieel onderdeel van het product zelf.