Doelstelling: verschil tussen versies

Uit Inf20
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
 
(8 tussenliggende versies door een andere gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
{{Zijbalk Informatica2.0}}
{{Zijbalk Informatica2.0}}


Informatica 2.0 doelstellingen - een toelichting
== Informatica 2.0 - wat willen wij? ==


Informatica 2.0 is een initiatief van de vereniging i&i gericht op de vernieuwing van het vak Informatica in het Voortgezet Onderwijs. Onze droom is een vak met een stevige conceptuele basis, dat up-to-date is, waarbij de leerling centraal staat, met docenten die sterk staan door hun specialisatie en hun netwerk. Bovenal willen we dat dit vak voor alle leerlingen toegankelijk is, als essentiële voorbereiding op het leven in de 21e eeuw.


# Informatica 2.0 doelstellingen - een toelichting
=== ICT speelt een belangrijke rol in de 21e eeuw ===
# De leerling centraal
## Samenleving en individuele talenten en passies
## Zeer grote verschillen tussen leerlingen
# De mogelijkheden van ICT in het onderwijs
# Permanente vernieuwing
# Informatica is een constructieve, creatieve cultuurwetenschap
# Aantrekkelijk, uitdagend, relevant, actueel
# Sterke docent cruciaal
# Kwaliteit
# Obstakels en risico’s
## Kwaliteit
## Financiën


Om met dit laatste te beginnen: ICT zal in de 21e eeuw een zeer belangrijke rol spelen, in vrijwel alle maatschappelijke en persoonlijke domeinen. We staan nog maar aan het begin van de veranderingen die de ICT-revolutie teweeg brengt. Om deze veranderingen vorm te geven en in goede banen te leiden, hebben we een grote diversiteit aan talent en kennis nodig: mensen die de technologie begrijpen, mensen die het gedrag van mensen als individu en als groep begrijpen, mensen die organisaties en markten begrijpen - en mensen die tussen deze gebieden een brug kunnen slaan. Deze kennis is nodig voor de Informatica- en ICT-beroepen, maar ook in alle beroepen die voor hun ontwikkeling afhankelijk zijn van ICT en Informatica.


Dit is een verdere uitwerking van Informatica 2.0 - wat willen wij? Dit bevat een verdieping van de doelstellingen. In een ander document beschrijven we een mogelijke aanpak.
Voor alle volledigheid: met Informatica bedoelen we de wetenschap en de concepten achter de ICT en de toepassingen daarvan. Dit is een sterk groeiend gebied, waaronder niet alleen de meer traditionele kerninformatica, informatiekunde, kunstmatige intelligentie, multimedia en dergelijke vallen, maar ook gebieden als bio-informatica en serious games & toys. Dit brede karakter zal in het VO-vak Informatica in tot uitdrukking moeten komen.


=== Conceptuele basis ===
We willen onderwijs bieden met een stevige conceptuele basis: dat is noodzakelijk als we toekomstbestendig (dus duurzaam) bezig willen zijn. Daarbij kunnen we overigens best gebruik maken van de technologie en de toepassingen van het moment, als we deze gebruiken als middel (context) om de onderliggende concepten duidelijk te maken, die ook voor de toekomstige technologie en de toepassingen relevant zijn.


== Aantrekkelijk, uitdagend, relevant, actueel ==


Het vak moet aantrekkelijk zijn voor leerlingen. Dit hoeft niet te betekenen dat het “leuk” gemaakt moet worden.  
== Generieke elementen ==
Het vak moet uitdagend zijn, in het bijzonder voor gevorderde leerlingen. De uitdaging moet aan het momentane niveau van de leerling aangepast zijn, anders wordt het al snel intimiderend. In het ideale geval pas je de uitdaging dynamisch aan, op basis van de resultaten die de leerling bereikt.
Het betreft hier generieke elementen, elementen die ongeacht toepassing een blijvende geldigheid, relevantie of van een (meer) blijvend belang zijn. <br/><br/>
Mogelijk voorbeeld: <br/>
Conceptueel is wellicht de behandeling van bijvoorbeeld talstelsels interessant, omdat dit een bijdrage levert aan het inzicht in de werking van de huidige computer. Een ander aspect is dat langs deze weg (impliciet of expliciet) al kennis gemaakt wordt met algoritmes en procedures, zonder nog direct met programmeertalen bezig te zijn. Tenslotte kan met het werken met verschillende talstelsels beschouwen als een prima oefening voor de conceptuele denkvaardigheid.


Het vak moet relevant zijn - en deze relevantie moet de leerlingen duidelijk zijn. Het moet direct relevant zijn: een leerling moet het geleerde voor een belangrijk deel in het dagelijks leven (inclusief andere schoolvakken) kunnen toepassen. Het moet ook relevant zijn op termijn: over tien jaar moet een leerling ook nog met deze kennis en vaardigheden vooruit kunnen.
=== Up-to-date ===
Een vak dat up-to-date is betekent in het geval van Informatica: permanente vernieuwing. We beseffen dat dat niet past bij een traditionele, project-georiënteerde vakvernieuwing. Het gaat om een continu proces van vernieuwing. Bij deze permanente vernieuwing gaat het ons overigens niet alleen om de inhoud, maar ook om de didactiek en de (ICT-)middelen die we kunnen inzetten. Het ligt voor de hand de vernieuwende, lerende organisatie die hiervoor nodig is te combineren met een systeem voor kwaliteitszorg.


Het vak moet actueel zijn - vooral omdat leerlingen in hun dagelijks leven met de nieuwste ontwikkelingen geconfronteerd worden, wordt al snel duidelijk wanneer je met oude technologie of oude producten werkt.
=== De leerling centraal ===
Ook hier helpt de nadruk op concepten: deze verouderen niet of nauwelijks, waar de technologie en de producten dat wel doen.
Leerlingen en hun ontwikkeling stellen we centraal. Dit houdt onder meer in dat we het programma en het tempo kunnen aanpassen aan de individuele leerling. Dat is hard nodig: de verschillen tussen leerlingen zijn bij het vak Informatica erg groot, omdat we te maken hebben met leerlingen uit alle profielen, met beginners en met zeer gevorderde leerlingen.
Je kunt ook proberen de leerlingen zelf in te schakelen voor dit actuele aspect, bijvoorbeeld om te ontdekken hoe de belangrijke concepten in de actuele technologie vorm krijgen. (Voorbeeld?)


== Sterke docent cruciaal ==  
=== Belangrijke rol voor de docent ===
De docent speelt in het onderwijs een belangrijke maar ook veeleisende rol. De uitdaging bij Informatica is extra groot, omdat dit een vak betreft dat zich nog steeds in hoog tempo ontwikkelt, en dat zich bovendien sterk verbreedt door de toepassingen in alle  technische, economische, maatschappelijke en persoonlijke domeinen. Wij vinden het belangrijk dat de docent steun krijgt, en zich vooral kan richten op die aspecten waarin hij de meeste expertise heeft. Voor andere aspecten van zijn rol moet hij een beroep kunnen doen op een netwerk van collega’s, experts van universiteiten, hogescholen, en bedrijven, en mogelijk ook van gevorderde leerlingen en studenten.


De docent speelt een belangrijke rol in het onderwijs, en in het leren van de leerlingen. De rol van de docent verandert wel, onder andere door de invloed van ICT en internet. Waar vroeger de docent vrijwel het monopolie op kennis had, is deze kennis tegenwoordig overal beschikbaar, ook voor leerlingen. Waar vroeger de docent het altijd beter wist dan de leerling, is dit tegenwoordig op veel gebieden beslist niet meer het geval. Dit geldt in het bijzonder als er sprake is van ICT-producten en -technologie.
=== Voor alle profielen ===
 
Toegankelijk voor alle leerlingen betekent dat het vak bedoeld is voor leerlingen van alle profielen. Maar we willen meer: leerlingen moeten het vak ook kunnen kiezen als hun school niet zelf een (bevoegde) Informatica-docent heeft. Leerlingen moeten voor de keuze van onderdelen van hun onderwijsprogramma niet beperkt worden door de expertise van hun eigen docent. Een docent en een school kunnen dit vanuit een sterk netwerk ondersteunen.
Voor het vak Informatica geldt in het bijzonder dat de docent niet de alles wetende expert is. Het vakgebied is te breed, en ontwikkelt zich te snel, om als enkeling deze rol te kunnen vervullen. Sommige leerlingen zijn op deelgebieden zo ver gevorderd, dat zij aanzienlijk meer expertise hebben dan hun docent.
 
Bovenstaande betekent niet dat de docent niet meer belangrijk is, maar wel dat zijn rol verandert. In het geval van Informatica-onderwijs zien wij als belangrijke rollen voor de docent:
het overdragen van zijn enthousiasme: een docent die
 
Een docent moet over een ruime mate van vakkennis beschikken, voldoende om te weten waar de belangrijke ontwikkelingen plaatsvinden.
 
Het is belangrijk dat een docent terug kan vallen op een netwerk waarin expertise aanwezig is die hij zelf niet heeft, maar die voor zijn leerlingen wel van belang is. Dit geldt in het bijzonder voor onderdelen van het vak die specialistisch zijn - bijvoorbeeld de combinaties Informatica en Biologie, Informatica en Wiskunde, of Informatica en Muziek; en voor gevorderde onderdelen op het gebied van Informatica zelf.
 
Dit netwerk kan bestaan uit collega-docenten, bijvoorbeeld met een andere specialisatie; docenten uit het HO, op het gebied van Informatica. In dit netwerk zouden ook (gevorderde) studenten uit het HO een rol kunnen spelen, evenals gevorderde leerlingen uit het VO.
 
Een mogelijke rol van studenten uit het HO en gevorderde leerlingen is het bemannen van een eerstelijns helpdesk. Leerlingen kunnen bij het bestuderen van de stof, en in het bijzonder bij het uitwerken van een praktische opdracht, tegen problemen aanlopen die normaliter een docent veel tijd kosten. (Docenten zijn hier overigens ook niet altijd voldoende op toegerust.)
 
Het genoemde netwerk kan ook een rol vervullen bij het ontwikkelen en up-to-date houden van het lesmateriaal.
 
== Kwaliteit ==
 
In de huidige situatie is er nauwelijks zich op de kwaliteit van het geboden onderwijs, en op de kwaliteit van het resultaat - de kennis en vaardigheden van de leerlingen. Dit wil niet zeggen dat de kwaliteit niet goed genoeg is - al is dat soms wel het geval - maar vooral dat niemand weet hoe het met de kwaliteit gesteld is. In het bijzonder heeft een docent geen objectief beeld van de kwaliteit van zijn eigen onderwijs.
 
In het ideaalbeeld van het vak Informatica speelt kwaliteit een belangrijke rol, en is de kwaliteit van het onderwijs en van het resultaat iedereen duidelijk: leerling, docent, inspectie, en het vervolgonderwijs.
 
Hierbij is het belangrijk dat kwaliteit een integraal onderdeel is van de aanpak, en niet een toets achteraf. Als een onderdeel niet goed genoeg is, moet dit in een vroeg stadium duidelijk zijn, en moet het mogelijk zijn om snel maatregelen voor verbetering in te voeren. Dit geldt zowel voor het werk van leerlingen, docenten, als voor bijvoorbeeld het lesmateriaal.
 
Je kunt kwaliteit relateren aan “leren”: het is niet voldoende om een systeem te hebben voor de borging van kwaliteit, je wilt een organisatie die in staat is zich voortdurend te verbeteren.
 
(Ook hier is het verschil tussen een projectorganisatie en een continue organisatie duidelijk: in het eerste geval is het moeilijk om een lerende organisatie te zijn, in het laatste geval is het essentieel om een lerende organisatie te zijn.)
 
== Obstakels en risico’s ==
 
=== Regelgeving ===
 
Voor het Voortgezet Onderwijs hebben we te maken met een uitgebreide regelgeving, die bijvoorbeeld moet waarborgen dat leerlingen voldoende onderwijs krijgen van voldoende kwaliteit.
De geest van deze regelgeving is steeds meer gericht op het stellen van kwaliteitseisen, in plaats van het voorschijven van de implementatie. Zo is de regel voor de onderwijstijd aangepast op een manier die “ophokuren” voorkomt, maar andere vormen van onderwijs dan het traditionele klassikale onderwijs mogelijk maakt.
 
In het geval van het vak Informatica hebben we in eerste instantie te maken met de officiële omschrijving van het examenprogramma. Het ministerie heeft indertijd, in een mondelinge toezegging aan Bert Zwaneveld c.s., wel toegestaan dat scholen met een nieuw programma zouden kunnen experimenteren.
Kwaliteit
 
 
=== Financiën ===
 
De financiering van het bovenstaande is nog niet voldoende uitgewerkt. Enerzijds hebben we een aantal zaken die de kosten van het geheel verhogen, bijvoorbeeld de permanente vernieuwing. Anderzijds kunnen we de kosten op bepaalde punten verminderen, bijvoorbeeld door het gebruik van afstandsonderwijs en het inschakelen van leerlingen bij hun eigen leerproces. (In hoeverre deze laatste aspecten de kosten kunnen verminderen moet nog blijken.)
Naar een centraal schriftelijk examen?

Huidige versie van 13 jan 2013 om 14:10

Informatica 2.0

Zie ook Regels en richtlijnen
Zie ook Artikelen bewerken

Informatica 2.0 - wat willen wij?

Informatica 2.0 is een initiatief van de vereniging i&i gericht op de vernieuwing van het vak Informatica in het Voortgezet Onderwijs. Onze droom is een vak met een stevige conceptuele basis, dat up-to-date is, waarbij de leerling centraal staat, met docenten die sterk staan door hun specialisatie en hun netwerk. Bovenal willen we dat dit vak voor alle leerlingen toegankelijk is, als essentiële voorbereiding op het leven in de 21e eeuw.

ICT speelt een belangrijke rol in de 21e eeuw

Om met dit laatste te beginnen: ICT zal in de 21e eeuw een zeer belangrijke rol spelen, in vrijwel alle maatschappelijke en persoonlijke domeinen. We staan nog maar aan het begin van de veranderingen die de ICT-revolutie teweeg brengt. Om deze veranderingen vorm te geven en in goede banen te leiden, hebben we een grote diversiteit aan talent en kennis nodig: mensen die de technologie begrijpen, mensen die het gedrag van mensen als individu en als groep begrijpen, mensen die organisaties en markten begrijpen - en mensen die tussen deze gebieden een brug kunnen slaan. Deze kennis is nodig voor de Informatica- en ICT-beroepen, maar ook in alle beroepen die voor hun ontwikkeling afhankelijk zijn van ICT en Informatica.

Voor alle volledigheid: met Informatica bedoelen we de wetenschap en de concepten achter de ICT en de toepassingen daarvan. Dit is een sterk groeiend gebied, waaronder niet alleen de meer traditionele kerninformatica, informatiekunde, kunstmatige intelligentie, multimedia en dergelijke vallen, maar ook gebieden als bio-informatica en serious games & toys. Dit brede karakter zal in het VO-vak Informatica in tot uitdrukking moeten komen.

Conceptuele basis

We willen onderwijs bieden met een stevige conceptuele basis: dat is noodzakelijk als we toekomstbestendig (dus duurzaam) bezig willen zijn. Daarbij kunnen we overigens best gebruik maken van de technologie en de toepassingen van het moment, als we deze gebruiken als middel (context) om de onderliggende concepten duidelijk te maken, die ook voor de toekomstige technologie en de toepassingen relevant zijn.


Generieke elementen

Het betreft hier generieke elementen, elementen die ongeacht toepassing een blijvende geldigheid, relevantie of van een (meer) blijvend belang zijn.

Mogelijk voorbeeld:
Conceptueel is wellicht de behandeling van bijvoorbeeld talstelsels interessant, omdat dit een bijdrage levert aan het inzicht in de werking van de huidige computer. Een ander aspect is dat langs deze weg (impliciet of expliciet) al kennis gemaakt wordt met algoritmes en procedures, zonder nog direct met programmeertalen bezig te zijn. Tenslotte kan met het werken met verschillende talstelsels beschouwen als een prima oefening voor de conceptuele denkvaardigheid.

Up-to-date

Een vak dat up-to-date is betekent in het geval van Informatica: permanente vernieuwing. We beseffen dat dat niet past bij een traditionele, project-georiënteerde vakvernieuwing. Het gaat om een continu proces van vernieuwing. Bij deze permanente vernieuwing gaat het ons overigens niet alleen om de inhoud, maar ook om de didactiek en de (ICT-)middelen die we kunnen inzetten. Het ligt voor de hand de vernieuwende, lerende organisatie die hiervoor nodig is te combineren met een systeem voor kwaliteitszorg.

De leerling centraal

Leerlingen en hun ontwikkeling stellen we centraal. Dit houdt onder meer in dat we het programma en het tempo kunnen aanpassen aan de individuele leerling. Dat is hard nodig: de verschillen tussen leerlingen zijn bij het vak Informatica erg groot, omdat we te maken hebben met leerlingen uit alle profielen, met beginners en met zeer gevorderde leerlingen.

Belangrijke rol voor de docent

De docent speelt in het onderwijs een belangrijke maar ook veeleisende rol. De uitdaging bij Informatica is extra groot, omdat dit een vak betreft dat zich nog steeds in hoog tempo ontwikkelt, en dat zich bovendien sterk verbreedt door de toepassingen in alle technische, economische, maatschappelijke en persoonlijke domeinen. Wij vinden het belangrijk dat de docent steun krijgt, en zich vooral kan richten op die aspecten waarin hij de meeste expertise heeft. Voor andere aspecten van zijn rol moet hij een beroep kunnen doen op een netwerk van collega’s, experts van universiteiten, hogescholen, en bedrijven, en mogelijk ook van gevorderde leerlingen en studenten.

Voor alle profielen

Toegankelijk voor alle leerlingen betekent dat het vak bedoeld is voor leerlingen van alle profielen. Maar we willen meer: leerlingen moeten het vak ook kunnen kiezen als hun school niet zelf een (bevoegde) Informatica-docent heeft. Leerlingen moeten voor de keuze van onderdelen van hun onderwijsprogramma niet beperkt worden door de expertise van hun eigen docent. Een docent en een school kunnen dit vanuit een sterk netwerk ondersteunen.