Physical computing/Sensoren en actuatoren
Inleiding sensoren en actuatoren
Een physical computing systeem bestaat gewoonlijk uit de volgende onderdelen:
- sensoren
- controller
- communicatie
- actuatoren
Sensoren
Een sensor zet een fysiek verschijnsel om in informatie. Je gebruikt sensoren om de fysieke wereld waar te nemen.
Voorbeelden van sensoren: temperatuursensor, versnellingsmeter, microfoon, camera, GPS, kompas, ...
Actuatoren
Een actuator zet informatie om in een fysiek verschijnsel. Je gebruikt actuatoren om de fysieke wereld te besturen.
Voorbeelden van actuatoren: luidspreker, motor, lamp, pomp, waterklep, ...
Controller
De controller verwerkt de informatie van de sensoren en van de communicatie tot informatie voor het aansturen van de actuatoren.
Communicatie
Het communicatie-onderdeel (bijvoorbeeld radio) kan informatie uitwisselen tussen de lokale controller en andere informatieverwerkende systemen.
In het Internet of Things kan een controller via het internet communiceren met servers "in the cloud".
Energie (voeding)
Een ander belangrijk onderdeel dat hier niet getoond wordt is de energievoorziening (voeding), bijvoorbeeld in de vorm van een batterij.
Sensoren
- fysische grootheden en eenheden
- fysieke verschijnselen op meerdere niveau's
- fysieke verschijnselen in meerdere fysische grootheden