Overleg:Arduino/Digitale uitvoer
Over LOW, HIGH, en het rekenen met deze waarden
Voor het uitlezen en aansturen van de digitale ingangen en uitgangen gebruikt de Arduino-taal de constanten LOW en HIGH.
De beschrijving van deze constanten in de Arduino-documentatie is verwarrend: zie
Bij deze digitale in- en uitgangen heb je te maken met twee "werelden" die gekoppeld worden: de wereld van de software - waar een digitale ingang of uitgang overeenkomt met een bit, met de waarde 0 of 1; en de wereld van de hardware, waar je werkt met spanningsniveaus.
Door het gebruik van de constanten LOW en HIGH probeert men in de Arduino-taal het niveau van de spanning op de betreffende aansluiting aan te geven. Verschillende systemen werken daar met verschillende spanningsniveaus.
Je kunt dit in de volgende tabel zien:
In principe spreekt de Arduino-documentatie zich er niet over uit wat de waarden van LOW en HIGH zijn aan de software-kant. Het enige wat vastligt is dat het constanten zijn: met andere woorden, je kunt een waarde vergelijken met LOW of HIGH:
if (in == HIGH {
someAction();
}