Overleg:Arduino/Digitale uitvoer

Uit Lab
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Over LOW, HIGH, en het rekenen met deze waarden

Voor het uitlezen en aansturen van de digitale ingangen en uitgangen gebruikt de Arduino-taal de constanten LOW en HIGH.

De beschrijving van deze constanten in de Arduino-documentatie is verwarrend: zie

Bij deze digitale in- en uitgangen heb je te maken met twee "werelden" die gekoppeld worden: de wereld van de software - waar een digitale ingang of uitgang overeenkomt met een bit, met de waarde 0 of 1; en de wereld van de hardware, waar je werkt met spanningsniveaus.

Door het gebruik van de constanten LOW en HIGH probeert men in de Arduino-taal het niveau van de spanning op de betreffende aansluiting aan te geven. Verschillende systemen werken daar met verschillende spanningsniveaus.


Je kunt dit in de volgende tabel zien:


In principe spreekt de Arduino-documentatie zich er niet over uit wat de waarden van LOW en HIGH zijn aan de software-kant. Het enige wat vastligt is dat het constanten zijn: met andere woorden, je kunt een waarde vergelijken met LOW of HIGH:

if (in == HIGH) {
  someAction();
}