Programmeren met spreadsheets: verschil tussen versies

Uit Lab
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 43: Regel 43:
* de vierde cel in de tweede kolom is B4.
* de vierde cel in de tweede kolom is B4.


In principe zijn er meer dan 26 kolommen mogelijk: na A volgt AA, AB, AC, enzovoorts.
In principe kun je meer dan 26 kolommen gebruiken: na A volgt AA, AB, AC, enzovoorts.
Maar in de praktijk is het vaak handiger om een spreadsheet niet te breed te maken,
Maar in de praktijk is het vaak handiger om een spreadsheet niet te breed te maken,
zodat deze nog op het scherm past.
zodat deze nog op het scherm past.
Je hebt dan aan enkelvoudige letters genoeg.
Je hebt dan aan enkelvoudige letters genoeg.
Meestal laat je een spreadsheet "naar beneden groeien":
dat werkt zowel handiger op het scherm als op papier.
=== Cellen ===
Een cel:
* is leeg; of
* bevat een eenvoudige waarde: getal of tekst (of een datum?); of
* bevat een formule.
==== Weergeven van een waarde ====
Een cel met een getal kun je op verschillende manieren (formats) weergeven;
als "normale" getallen, met of zonder decimale komma (of punt), als valuta (euro's, dollars, enz.), met of zonder punt (of komma) voor de duizendtallen, negatieve getallen tussen haakjes, enz.
Bovendien kun je deze weergave rechts, links, of in het middel plaatsen.
Deze weergave verandert niets aan het getal in de cel: als je een getal met minder decimale weergeeft,
verandert alleen de weergave op het scherm, niet het getal in de cel waarmee verder gerekend wordt.
Een tekst kun je links, rechts of in het midden plaatsen.
Een datum/tijd-waarde kun je ook op allerlei manieren weergeven.
: Hierbij moet je vooral verdacht zijn op verwarring tussen de notaties die in Europa en de VS gebruikelijk zijn: 1/2/2019 betekent in de VS 2 januari 2019, elders 1 februari.
==== Let op! ====
Een cel met een tekst levert in een berekening de waarde 0 op.
Dit kan erg misleidend zijn als die tekst een getal voorstelt.
De misleiding is nog groter als die tekst bovendien rechts in de cel staat, zoals andere getallen.
Zie het voorbeeld:

Versie van 11 mrt 2019 10:12

Programmeren met spreadsheets

De meeste toepassingen worden geprogrammeerd met behulp van spreadsheets. De drempel voor het maken van een eenvoudige spreadsheet is erg laag: binnen enkele minuten heb je al je eerste resultaat. Een groot voordeel is dat alle stappen in een berekening zichtbaar zijn, en dat je direct het resultaat van je aanpassingen ziet. Bovendien is het rekenmodel van spreadsheets eenvoudig: in de wereld van programmeertalen zou je dit een eenvoudige functionele taal kunnen noemen.


Aan de hand van verschillende voorbeelden leggen we een aantal principes van programmeren uit. We kunnen op twee manieren kijken naar een programma:

Programma beschrijft berekening

Een programma beschrijft een berekening. Vaak is dit een samengestelde berekening, met tussenresultaten.

In dit geval zijn we vooral geïnteresseerd in het resultaat van de berekening. De precieze volgorde van de stappen om tot het resultaat te komen is daarbij niet van belang.

Programma beschrijft proces

Een programma beschrijft ook vaak een proces. Een proces speelt zich af in de tijd, en bestaat uit een reeks stappen die achtereenvolgens uitgevoerd worden door de processor. Deze processor kan een automaat zijn, zoals een computer, maar ook een mens. Het programma beschrijft steeds wat de volgende stap is, op basis van het programma (de beschrijving van het proces), de toestand van het proces, en de invoer. De toestand van een proces omvat de positie in het programma en een reeks variabelen met tussenresultaten.

Deze begrippen werken we in de voorbeelden verder uit.

Beperkingen van spreadsheets

  • fouten in spreadsheets zijn lastig te vinden;
  • spreadsheets zijn niet "schaalbaar" - noch voor grotere berekeningen, noch voor grotere hoeveelheden data.

Spreadsheets: de basis

Een spreadsheet(bestand) bestaat uit één of meer rekenvellen (sheets). Elk vel bestaat uit een rechthoek van cellen, ingedeeld in rijen en kolommen. De positie van een cel in het vel geven we aan als <kolom><rij>, waarbij we voor kolommen opeenvolgende letters gebruiken, en voor rijen opeenvolgende getallen. Voorbeelden:

  • de cel linksboven is A1
  • de derde cel in de eerste rij is C1; dit is ook de eerste cel in de derde kolom.
  • de vierde cel in de tweede kolom is B4.

In principe kun je meer dan 26 kolommen gebruiken: na A volgt AA, AB, AC, enzovoorts. Maar in de praktijk is het vaak handiger om een spreadsheet niet te breed te maken, zodat deze nog op het scherm past. Je hebt dan aan enkelvoudige letters genoeg. Meestal laat je een spreadsheet "naar beneden groeien": dat werkt zowel handiger op het scherm als op papier.

Cellen

Een cel:

  • is leeg; of
  • bevat een eenvoudige waarde: getal of tekst (of een datum?); of
  • bevat een formule.

Weergeven van een waarde

Een cel met een getal kun je op verschillende manieren (formats) weergeven; als "normale" getallen, met of zonder decimale komma (of punt), als valuta (euro's, dollars, enz.), met of zonder punt (of komma) voor de duizendtallen, negatieve getallen tussen haakjes, enz. Bovendien kun je deze weergave rechts, links, of in het middel plaatsen. Deze weergave verandert niets aan het getal in de cel: als je een getal met minder decimale weergeeft, verandert alleen de weergave op het scherm, niet het getal in de cel waarmee verder gerekend wordt.

Een tekst kun je links, rechts of in het midden plaatsen.


Een datum/tijd-waarde kun je ook op allerlei manieren weergeven.

Hierbij moet je vooral verdacht zijn op verwarring tussen de notaties die in Europa en de VS gebruikelijk zijn: 1/2/2019 betekent in de VS 2 januari 2019, elders 1 februari.

Let op!

Een cel met een tekst levert in een berekening de waarde 0 op. Dit kan erg misleidend zijn als die tekst een getal voorstelt. De misleiding is nog groter als die tekst bovendien rechts in de cel staat, zoals andere getallen.

Zie het voorbeeld: