Physical computing/Signalen en events: verschil tussen versies

Uit Lab
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 25: Regel 25:


Bij besturingstoepassingen maken we vaak gebruik van eindige automaten. De invoer- en uitvoertekens van een automaat komen dan overeen met invoer- en uitvoer-events.
Bij besturingstoepassingen maken we vaak gebruik van eindige automaten. De invoer- en uitvoertekens van een automaat komen dan overeen met invoer- en uitvoer-events.
Een eenvoudig voorbeeld is het aan- en uitschakelen van een LED met een drukknop.
Bij elke druk op de knop schakelt de LED om: van uit naar aan en omgekeerd.
De automaat hiervoor heeft twee toestanden, 0 (LED uit) en 1 (LED aan).
Er is 1 input-symbool: "push". Dit zorgt voor een overgang naar de andere toestand.
Bij deze overgang hoort een output-symbol: van 0 naar 1: "led-on", van 1 naar 0: "led-off".
<<fig>>
Dit kunnen we op de volgende manier in een programma omzetten:

Versie van 9 nov 2019 06:11

Een signaal heeft op elk moment een waarde. Voorbeelden van signalen:

  • het signaal dat aangeeft of een knop ingedrukt is of niet;
  • het signaal van een hart (electrocardiogram)
  • het signaal van een versnellingsopnemer (accellerometer)

<<figuur van een signaal>>

Een event heeft een waarde op één enkel (ondeelbaar) moment. Voorbeelden van events:

  • het indrukken van een knop (of: het loslaten van knop)
  • een hartslag
  • een stap
In het interface van een computer spelen events een grote rol: het indrukken van een toets, of van een muisknop; het aanraken van een touchscreen; zijn allemaal voorbeelden van input-events die door de interface-software afgehandeld worden.

Vaak kun je, met behulp van signaalverwerking, events detecteren (vinden) in een signaal. Bijvoorbeeld: in het signaal van de drukknop detecteer je het indrukken; in het hartsignaal (ECG) detecteer je de verschillende hartslagen; in het signaal van een versnellingsopnemer detecteer je de stappen.

Analoge en digitale signalen; bemonstering

Detecteren van events

Events en automaten

Bij besturingstoepassingen maken we vaak gebruik van eindige automaten. De invoer- en uitvoertekens van een automaat komen dan overeen met invoer- en uitvoer-events.

Een eenvoudig voorbeeld is het aan- en uitschakelen van een LED met een drukknop. Bij elke druk op de knop schakelt de LED om: van uit naar aan en omgekeerd.

De automaat hiervoor heeft twee toestanden, 0 (LED uit) en 1 (LED aan). Er is 1 input-symbool: "push". Dit zorgt voor een overgang naar de andere toestand. Bij deze overgang hoort een output-symbol: van 0 naar 1: "led-on", van 1 naar 0: "led-off".

<<fig>>

Dit kunnen we op de volgende manier in een programma omzetten: