Netwerken-0
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Netwerken
- waarom netwerken?
- communicatie schaalt niet (niet lineair)
- groot aantal verbindingen nodig, voor alle mogelijke communicaties
- hoe netwerken?
- traditioneel: netwerk per toepassing
- vb: telefoon; telegraaf; (naast de distributie-netwerken, zoals radio en televisie)
- internet als universeel netwerk (computers als universele apparaten/platformen)
- NB: het onderscheid is niet "digitaal", maar "universeel" - en meestal met gelaagde opbouw.
- multiplexen van verbindingen: tijdelijke verbindingen, of pakketten (of transacties?)
- vgl. telefonie: opbouwen van een verbinding; actief gedurende end-to-end interactie (gesprek)
- in dit geval bepaalt de toepassing de duur van de verbinding.
- bij pakketten bepaalt het netwerk (min of meer) de omvang/duur
- soorten netwerken
- onderscheid naar toepassing (of, als universeel: soorten toepassingen met zelfde eisen)
- onderscheid naar technologie
- onderscheid naar topologie (ster, maas, meerdere sterren)
Internet
- principes van internet
- gelaagde opbouw (vgl. 3-lagen model)
- splitsen van logische laag: (i) netwerklaag (IP); (ii) transportlaag (end-to-end)
- end-to-end principe (netwerk zo simpel en universeel mogelijk)
- gebruik van pakketten: eenvoudige manier van multiplexing
pakketten; best effort
- best effort: er kunnen om allerlei redenen pakketten verloren gaan: door communicatiefouten, maar ook bijv. door buffer overflow bij een router.
- computers werken i.h.a. met best effort: er worden geen garanties gegeven
- in het geval van internet moet je die garanties op het toepassingsniveau proberen te geven
- voor een deel ook al in transportlaag, bijv. TCP als "betrouwbare bi-directionele verbinding".
- maar, met een zekere overhead (o.a. extra latency)
- soms heb je liever UDP: best effort dan TCP: met enige garanties.
- als je een pakket ontvangen hebt, kun je in elk geval de integriteit daarvan controleren.
- een pakket komt OK aan, of het komt niet aan.
adressering; IP-adres; routering
- een adres zorgt niet alleen voor identificatie (naam), maar ook voor plaats, en/of een manier om er te komen (routering).
IP-protocol
- ingebed in fysiek protocol, van onderliggende laag
- bijv.: Ethernet; WiFi; ...
Transportlaag: TCP en UDP
- ingebed in IP-pakketten