Digitale geletterdheid: verschil tussen versies
Regel 124: | Regel 124: | ||
Daarnaast zijn er andere voorbeelden van | Daarnaast zijn er andere voorbeelden van | ||
** er zijn veel andere soorten modellen mogelijk; bijvoorbeeld: | ** er zijn veel andere soorten modellen mogelijk; bijvoorbeeld: | ||
** | ** conceptuele modellen (UvA, HvA: Bert Bredeweg) - waaraan je geleidelijk meer kwantitatieve elementen toevoegt. | ||
** agent-based modellen (vgl. het INF-materiaal, NetLogo, ook | *** https://www.dynalearn.eu | ||
** agent-based modellen (vgl. het INF-materiaal, NetLogo, ook in | |||
=== Data-analyse - aansluiting op data-science === | === Data-analyse - aansluiting op data-science === |
Versie van 28 feb 2020 15:13
- wat is "Digitale geletterdheid"?
- waarom Digitale geletterdheid?
- Digitale geletterdheid in het curriculum (curriculum.nu)
- hoe Digitale geletterdheid?
- doorlopende leerlijnen, van PO tot bovenbouw VO (en verder)
- passend bij de fase van de leerlingen/het onderwijs
- leven lang leren
- Digitale (basis)vaardigheden
- Informatievaardigheden
- Computational Thinking
- Invloed op individu en maatschappij; mediawijsheid
- doorlopende leerlijnen, van PO tot bovenbouw VO (en verder)
- Wat is de rol van Betapartners?
- Wat betekent dit voor VO-docenten - in de onderbouw en in de bovenbouw?
Wat is Digitale geletterdheid?
- Het onderstaande is vooral ontleend aan de visie van i&i, de vakvereniging voor docenten informatica en digitale geletterdheid, op het leergebied Digitale geletterdheid.
Onder Digitale geletterdheid verstaan we het vermogen om actief en verstandig om te kunnen gaan met digitale technologie en toepassingen daarvan, voor eigen doelen, zowel privé als in beroep en maatschappij.
- Hierbij staat de rolverdeling tussen mens en computer op het spel: kun je de computer inzetten als professioneel instrument, of worden je taken bepaald of zelfs overgenomen door de computer? ("program or be programmed")
Net als bij taalgerichte geletterdheid kun je digitale geletterdheid op verschillende niveaus beheersen: bij een bepaald opleidings- of professioneel niveau behoort een bepaald niveau van Digitale geletterdheid.
Deelgebieden
Voor het onderwijs in digitale geletterdheid worden vaak de volgende deelgebieden onderscheiden:
- digitale (basis)vaardigheden: om kunnen gaan met de hedendaagse digitale technologie en toepassingen. Daarbij gaat het vooral om die toepassingen die voor het functioneren in de directe omgeving (thuis, op school of op het werk) en voor de directe toekomst van belang zijn. Voor de onderbouw VO gaat dat bijvoorbeeld om toepassingen als tekstverwerking, communicatie en presentatie, spreadsheets, databases en tekenen/vormgeving.
- computational thinking: problemen op kunnen lossen met behulp van computers. Een computer is meer dan een verzameling toepassingen: het is een universeel gereedschap dat je naar je hand kunt zetten en waarmee je je eigen problemen kunt oplossen, ook als daarvoor geen "app" beschikbaar is. Hiervoor is kennis nodig van programmeren en van de fundamentele eigenschappen van computers en digitale technologie. Deze kennis vergemakkelijkt ook het leren werken met toekomstige toepassingen. In steeds meer domeinen van wetenschap en beroep is een dergelijke kennis en vaardigheid van belang, onder meer om verschillende toepassingen te kunnen combineren. Dit geldt ook voor alfa- en gammawetenschappen en voor creatieve beroepen.
- informatievaardigheden: kunnen verwerven, verwerken en communiceren van informatie, met behulp van digitale middelen. Dit begint met "slim zoeken" en bijvoorbeeld het onderzoeken van "fake news" (mediawijsheid), en daarnaast communiceren en presenteren met digitale middelen. Het doen van onderzoek via het web en het zelfstandig leren met behulp van het web zijn vaardigheden die van groot belang zijn in een sterk veranderende wereld.
- invloed van ICT op individu en maatschappij: inzicht in deze invloed, bijvoorbeeld op het gebied van mediawijsheid, privacy, veiligheid (cybersecurity), beïnvloeding, economie en werk, en daarnaar kunnen handelen in de eigen omgeving. Kunnen reflecteren over mogelijke gevolgen voor de toekomst en over ethische en filosofische aspecten.
Waarom Digitale geletterdheid?
Pleidooi KNAW
De invoering van digitale geletterdheid in het basis- en voortgezet onderwijs is *urgent* - al in 2012 heeft de KNAW hiervoor gepleit:
Digitale geletterdheid is het vermogen digitale informatie en communicatie verstandig te gebruiken en de gevolgen daarvan kritisch te beoordelen. In de 21e eeuw behoort digitale geletterdheid tot de basisvaardigheden van de ontwikkelde mens. Het is een voorwaarde om te kunnen functioneren in de informatiemaatschappij. Digitale geletterdheid vraagt, net als taalbeheersing en rekenvaardigheid, om een vormingstraject dat iedereen gedurende langere tijd moet doorlopen. Het onderwerp hoort daarom in het onderwijs thuis.
Rol digitale technologie in onze samenleving
In de wereld van de leerlingen, van hun huidige privéleven tot hun toekomstige professionele loopbaan, spelen digitale technologie en toepassingen daarvan een grote en nog steeds toenemende rol. Sommige ouders, docenten en scholen nemen nu al actie, en proberen hun kinderen/leerlingen digitaal geletterd te maken. Het doel is dat ze actief met deze technologie en toepassingen kunnen omgaan, en deze kunnen inzetten voor hun eigen doelen.
Voorkomen achterstand
Scholen die nu niets doen, zetten hun leerlingen daarmee op achterstand, en vergroten de kans op een "digitale tweedeling" in de maatschappij. Dit lijkt ons zeer onwenselijk: niets doen met betrekking tot digitale geletterdheid is geen optie.
Digitale geletterdheid in het curriculum (curriculum.nu)
Onder de noemer curriculum.nu werken meerdere teams aan ideeën voor de herziening van het curriculum, in eerste instantie voor het PO en de onderbouw VO, later ook voor de bovenbouw VO. Naast de teams voor Nederlands, voor Rekenen/Wiskunde en voor Bewegen en Sport werken de meeste teams voor een leergebied waarin meerder vakken gecombineerd zijn, zoals Mens en Natuur (natuurkunde, biologie, scheikunde, aardrijkskunde en techniek), Mens en Maatschappij (aardrijkskunde, geschiedenis, economie, maatschappijleer en filosofie), Engels/Moderne vreemde talen, of Kunst en Cultuur (beeldende vorming, ckv, dans, drama, handvaardigheid, kunst algemeen, muziek, tekenen en textiel).
Daarnaast zijn er aparte teams voor twee nieuwe leergebieden: Burgerschap en Digitale geletterdheid.
- de voorstellen van curriculum.nu zijn te vinden op: https://www.curriculum.nu/voorstellen/
- voor Digitale geletterdheid: https://www.curriculum.nu/voorstellen/digitale-geletterdheid/
In de visie van curriculum.nu raakt Digitale geletterdheid alle vakken. Naast een apart vak pleit curriculum.nu voor de integratie van digitale geletterdheid in andere vakken, waar mogelijk en zinvol. Dit stelt hoge eisen aan de digitale geletterdheid van alle docenten: hiervoor zal een significante nascholing nodig zijn.
Deze voorstellen zijn nu geformuleerd als "grote opdrachten" en "bouwstenen". In een verdere uitwerking (als de voorstellen politiek groen licht krijgen) worden hierbij kerndoelen voor PO en onderbouw VO geformuleerd.
De Tweede Kamer zal op 6 maart debatteren over de voorstellen van curriculum.nu. Het lijkt het waarschijnlijk dat Digitale geletterdheid op de één of andere manier een plek in het curriculum zal krijgen. Sommige scholen lopen hier al op vooruit, en bieden hun leerlingen al onderdelen van Digitale geletterdheid aan.
Digitale geletterdheid: hoe?
Omdat Digitale geletterdheid
Digitale geletterdheid en je eigen (Bèta)vak
Met behulp van Digitale geletterdheid kun je je vak interessanter en relevanter maken. En omgekeerd kan je vak helpen met het versterken van de Digitale geletterdheid van de leerlingen.
- Het gaat hierbij niet om de inzet van ICT in het onderwijs, of eigenlijk het inzetten van onderwijs-ICT. Dat is altijd een mogelijkheid, maar deze staat op zich los van Digitale geletterdheid. (Dit heeft mogelijk wel te maken met de Digitale geletterdheid van de docent, als docent. Maar dat is een ander onderwerp.)
Inspiratie vanuit wetenschap en beroepspraktijk
Een eerste invalshoek is die van het gebruik van ICT in het wetenschappelijk onderzoek en in de beroepspraktijk van je vak. In vrijwel alle vakgebieden worden computers en ICT breed ingezet: voor het verwerven, analyseren en verwerken van data; voor modelleren en simuleren; voor het aansturen van experimenten; enz. Daarnaast is het professioneel en wetenschappelijk communiceren en publiceren sterk bepaald door het gebruik van ICT.
Een voorbeeld van het gebruiken van de mogelijkheden van computers om het vak Wiskunde anders vorm (en inhoud!) te geven vind je in Conrad Wolfram's Computer Based Math. Het basisidee hiervan is dat je door het gebruik van computers "echte" problemen kun oplossen, omdat je je niet hoeft te beperken tot sterk vereenvoudigde modellen die je met de hand kunt uitrekenen.
- https://www.computerbasedmath.org/case-for-computer-based-math-education.php (zie ook de video!)
- https://www.computerbasedmath.org
- https://www.edsurge.com/news/2018-09-19-conrad-wolfram-let-s-build-a-new-math-curriculum-that-assumes-computers-exist
- https://www.wolfram.com/education/high-schools/
NB: Wolfram heeft ook materiaal, via bijv. Wolfram Alpha en apps, voor veel andere Beta-vakken.
Eenvoudig voorbeeld: je kunt statistiek uitvoeren op een realistisch probleem, bijvoorbeeld met behulp van een enquete die de leerlingen zelf kunnen uitvoeren, of op basis van open data die veel (overheids)instellingen beschikbaar hebben. Op de resultaten kun je allerlei analyses loslaten, zowel statistische berekeningen als allerlei soorten visualisatie.
Modelleren en simuleren
Modelleren en simuleren kun je gebruiken om leerlingen meer inzicht te geven in bepaalde onderwerpen. Met behulp van simulatiemodellen kunnen leerlingen simulatie-experimenten uitvoeren, bijvoorbeeld om te zien wat de gevolgen zijn van bepaalde parameter-instellingen van een systeem.
Een eerste aanpak van modelleren is het gebruik van differentievergelijkingen. Een eenvoudig model op basis van differentievergelijkingen kunnen leerlingen zelf opstellen en met behulp van een spreadsheetprogramma uitrekenen. Er zijn ook verschillende omgevingen voor dergelijke simulaties (o.a. modelleren in Coach).
- modelleren en simuleren
- meestal wordt gebruik gemaakt van een model op basis van differentievergelijkingen. Eenvoudige versies daarvan kun je zelf opstellen en zelfs met een spreadsheetprogramma uitrekenen. (Vgl. ook modelleren in Coach)
Daarnaast zijn er andere voorbeelden van
- er zijn veel andere soorten modellen mogelijk; bijvoorbeeld:
- conceptuele modellen (UvA, HvA: Bert Bredeweg) - waaraan je geleidelijk meer kwantitatieve elementen toevoegt.
- agent-based modellen (vgl. het INF-materiaal, NetLogo, ook in
Data-analyse - aansluiting op data-science
- data: analyse, verwerking
- van data naar informatie
- Jupyter Notebook
- spreadsheets
- data: verwerven
- automatiseren met behulp van "physical computing" (Arduino's, micro:bits, Raspberry Pi's; sensoren & actuatoren)
- besturen, automatische systemen
- Physical computing.
Algemeen
Digitale vaardigheden en informatievaardigheden zijn van belang voor en worden geoefend met:
- het schrijven van verslagen (en evt. het bijhouden van een logboek)
- het maken van presentaties
- het samenwerken in een project
Bijdrage vanuit je vak aan Digitale geletterdheid
- Natuurkunde: de fysische basis van computers en communicatie;
- Wiskunde: de logische basis van computers; codering/decodering, foutherstellende codes; encryptie
- Biologie: biologie als informatiewetenschap; bio-informatica
- (Scheikunde?)
De rol van Betapartners (CONCEPT)
Betapartners wil, in samenwerking met de lerarenopleidingen, VO-scholen en -docenten in de regio Amsterdam ondersteunen bij de invoering van Digitale geletterdheid.
Hierbij werkt Betapartners samen met de andere VO-HO netwerken in Nederland, en met een aantal andere partners, zoals i&i (de vakvereniging voor docenten informatica en digitale geletterdheid) en VHTO.